De Italiaanse regering heeft de Europese Commissie vooraf op de hoogte gebracht van het akkoord met Albanië over de opvang van bootmigranten, klonk het op de persbriefing van de Commissie. De woordvoerders voegden er aan toe dat Brussel pas een formele positie inneemt zodra er ‘meer details’ bekend zijn over de afspraken tussen Italië en Albanië.
Maar volgens de EU-correspondent van de krant La Stampa werd de Europese Commissie maandag compleet verrast. De Italiaanse regering zou pas luttele uren voor de aankondiging van premier Giorgia Meloni hebben bedacht ook even Europa in te lichten.
Van het Italiaanse plan om asielaanvragen deels uit te besteden aan Albanië, zijn alleen de contouren bekend. Meloni heeft met haar Albanese evenknie Edi Rama afgesproken dat Italië vanaf volgende lente op zee onderschepte migranten mag overbrengen naar twee nieuwe centra in Albanië.
De pro-Europese partij Più Europa waarschuwt voor „een Italiaans Guantanamo”
Het idee om opvang en asielprocedures uit te besteden aan een derde land, is niet nieuw. Ook Oostenrijk en Denemarken overwegen het. En het plan van de Britse regering, die tegen betaling asielaanvragen wil laten afhandelen in Rwanda, stuit op verzet van rechters. Hoewel er nog veel vraagtekens blijven, maakt dit van Italië wel het eerste EU-land met zo’n concreet plan.
Minderjarigen, zwangere vrouwen en andere kwetsbare migranten zouden niet worden overgebracht naar de centra in Albanië, bootvluchtelingen die door ngo-schepen worden gered evenmin. Het akkoord zou wel gelden voor migranten die op zee worden opgepikt door schepen van de Italiaanse kustwacht en de financiële politie. De migranten die naar de centra in Albanië worden overgebracht, moeten daar het verloop van hun asielprocedure afwachten. Elke maand zouden in Albanië zo’n drieduizend mensen worden opgevangen, een capaciteit die snel moet worden opgevoerd tot 36.000 à 39.000 per jaar.
Vragen over juridische uitwerking
De centra worden door Italië gefinancierd en uitgebaat, en zullen onder de Italiaanse jurisdictie vallen. Hoe dit juridisch zal worden uitgewerkt, is nog de vraag. Zullen de centra worden beschouwd als een soort Italiaanse diplomatieke post of militaire basis? Wie straks in Albanië bescherming krijgt, mag naar Italië reizen. Wie wordt afgewezen, wordt gerepatrieerd door Italië. Terwijl het Rome nu jaarlijks slechts lukt enkele duizenden uitgeprocedeerden terug te sturen.
Asielexpert Fulvio Vassallo Paleologo (Universiteit van Palermo) vindt het Italiaanse voornemen niet stroken met de Europese normen inzake asiel: „Die voorzien er niet in dat asielprocedures buiten de EU worden afgehandeld.” Ook de Europese Commissie waarschuwt Italië het Europese recht en het internationale recht te respecteren.
De Italiaanse oppositie reageert afkeurend. De pro-Europese partij Più Europa waarschuwt voor „een Italiaans Guantanamo” en oppositieleider Elly Schlein van de centrum-linkse Democratische Partij zegt dat Meloni „tot alles bereid blijkt, behalve haar Europese nationalistische bondgenoten te overtuigen om ook hun verantwoordelijkheid te nemen, en solidair te zijn wat betreft de opvang” van nieuwkomers.
Niet alleen in Brussel, maar ook in Rome werd men verrast. Het was veelzeggend dat minister van Binnenlandse Zaken Piantedosi, die gaat over migratie, niet bij de aankondiging. was. Het gaat om een „heel persoonlijke afspraak” tussen Meloni en Rama, klinkt het in regeringskringen.
De basis voor de overeenkomst werd in augustus gelegd, toen Meloni haar vakantieadres in het Zuid-Italiaanse Puglia verliet om naar Albanië te reizen. In een interview met La Stampa benadrukt premier Rama dat Albanië niets in ruil wenst voor dit akkoord. „Vraagt Italië onze hulp, dan staan wij klaar”, zei Rama. „Net zoals Italië ons in het verleden al vaker hielp, zeker ook toen wij het juk van het communisme van ons wilden afschudden.” De eerste grote vluchtelingengolf in Italië, begin de jaren negentig, kwam uit Albanië, waar het communisme toen op zijn laatste benen liep.
Asielexpert Vassallo waarschuwt voor naïviteit. Italië, zegt hij, biedt Albanië dan wel geen geld, maar wel politieke steun, en belooft te lobbyen voor Albanees EU-lidmaatschap.
Verkiezingsbelofte
Van haar kant probeert Giorgia Meloni een politiek signaal te sturen dat ze haar verkiezingsbelofte aan het realiseren is. Meloni werd verkozen met de aankondiging dat ze migratie fors zou inperken. Begin november zijn echter al meer dan 144.000 migranten via zee naar Italië gereisd. Heel vorig jaar waren dat er 105.000.
Het akkoord met Albanië moet afschrikwekkend werken en de druk op de hotspots – vooral die van Lampedusa – verlichten. In dat centrum van de allereerste opvang arriveerden in september nog bijna zevenduizend migranten op één dag.
Asielexpert Vassallo noemt de geplande doorstroom van migranten in de nieuwe centra in Albanië wel erg ambitieus. „Drieduizend mensen per maand, en 36.000 per jaar? Dat wordt in Italië niet eens gehaald”, reageert de expert. „Bovendien leert het voorbeeld van Lampedusa, met een capaciteit van vierhonderd man, dat zodra het centrum noodgedwongen veel meer volk opvangt, de normale asielprocedure meteen moet wijken. Migranten worden er dan alleen maar opgevangen, en de facto vastgezet.” Hij noemt het risico reëel dat in de nieuwe centra in Albanië straks precies hetzelfde gebeurt.
Op zaterdag 7 juni gingen 300.000 demonstranten in Rome de straat op, na een oproep van de progressieve oppositie, tegen het oorlogsgeweld in Gaza. De betogers riepen de Italiaanse regering – een trouwe bondgenoot van Israël – ook op de militaire samenwerking met Israël stop te zetten en de Palestijnse staat te erkennen. Ook Gad Lerner, in Italië een bekende schrijver, journalist en tv-persoonlijkheid, sprak de menigte toe. Lerner, die Joods is, zei dat hij zich als zionist omschrijft – „maar dat is niet hetzelfde als een fascist en moordenaar” – en werd om die uitspraak door een enkeling uitgefloten.
Hij maakte ook duidelijk dat deelnemen aan een manifestatie voor Gaza binnen zijn gemeenschap zeker niet bij iedereen in goede aarde valt. „Ze zetten ons weg als verraders. Maar wij voelen de urgentie om Israël te beschermen tegen zichzelf.”
Thuis in Milaan, op de sofa in zijn met boeken en familiefoto’s volgestouwde werkkamer, vertelt de auteur dat hij met Gaza – haat en liefde voor Israël vorig jaar een boek schreef dat hij liever niet wilde schrijven, maar dat door Gaza onvermijdelijk werd. Niet zonder gevolgen. „Als bekende Jood was ik al gewend aan antisemitische beledigingen via de sociale media. Maar ik was erg verbaasd toen de politie me bescherming aanbood, bezorgd dat rechtse Joden mij in elkaar zouden slaan.”
Lerner sloeg het aanbod af. „In de Joodse gemeenschap van Rome vind je gewelddadige extremisten, maar hier in Milaan voel ik mij veilig op straat.” Naast een fysieke dreiging is er ook intimidatie. In februari verscheen in de Italiaanse kranten La Repubblica en Il Manifesto een oproep tot „een einde aan de etnische zuivering”, ondertekend door tweehonderd Italiaanse Joden, onder wie ook Gad Lerner. Het initiatief ontketende in de Joodse gemeenschap een storm van protest. „Ik veeg mijn kont af met die oproep”, reageerde Riccardo Pacifici, oud-voorzitter van de Joodse gemeenschap in Rome, tegenover de Huffington Post.
„De reacties waren heftig”, blikt Lerner terug. „Sommigen vonden dat de rabbijnen ons, de ondertekenaars, moesten excommuniceren en dat we uit de gemeenschap moesten worden gezet. De hoofdrabbijn van Rome en de nationale voorzitter van de Joodse gemeenschap waren het daar gelukkig niet mee eens.”
Ligt kritiek uiten op Israël in Italië enkel moeilijk binnen de Joodse gemeenschap?
„Nee, ook erbuiten, en zeker vlak na 7 oktober. De politiek, maar ook het journalistieke establishment steunden Israël onvoorwaardelijk. Bij de grote landelijke kranten ontbrak elke kritische reflex. Corriere della Sera stuurde zijn reporter met veel Israël-ervaring liever naar Oekraïne, na kritiek van de Joodse gemeenschap in Milaan dat hij ‘te pro-Palestijns’ zou zijn. En La Repubblica had toen Maurizio Molinari als hoofdredacteur, een Romeinse Jood die in Jeruzalem heeft gestudeerd en Benjamin Netanyahu goed kent, en enkele maanden eerder nog breed had geïnterviewd.
„Mijn boek, dat erg kritisch is over Israël en veel werd gelezen, kreeg geen enkele recensie in de grote kranten, en werd doodgezwegen in de publicaties van de Joodse gemeenschap. Tegelijk gingen wekelijks demonstranten de straat op tegen de oorlog. Eerst vooral migranten, later ook universiteitsstudenten. Zoals elders werd dat ‘antisemitisme’ genoemd.”
Premier Giorgia Meloni reisde na 7 oktober als een van de eerste leiders naar Netanyahu. Waarom is deze premier, met uitgerekend wortels in het neofascisme, zo pro-Israël?
„Rechts en extreemrechts willen de boodschap uitsturen dat het fascisme, met de rassenwetten, in het verleden ligt en hun antisemitisme voorbij is. Meloni, maar ook vicepremiers Matteo Salvini en Antonio Tajani gingen op tv verkondigen dat zij de échte vrienden van Israël zijn. De leiders van onze kleine gemeenschap – Italië telt slechts zo’n 30.000 Joden – voelden zich gerustgesteld en beschermd.
Er is bewondering voor de lelijkste kant van Israël
„In Rome en Milaan, waar de meeste Italiaanse Joden wonen, wordt de Joodse gemeenschap geleid door mensen van Libische origine. Zij schromen niet om zich aan de kant van extreemrechts te scharen, net als Netanyahu. Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 is een grote groep Joden uit Libië, Libanon en Iran naar Italië geëmigreerd. Zij zijn voor de Arabieren gevlucht, een blijvend trauma. In Italië hadden ze geen moeite om goede relaties aan te gaan met oud-fascisten, vanuit een gebrek aan kennis en desinteresse voor de seculiere en anti-fascistische traditie van de Italiaanse Joden, die een belangrijke rol hadden gespeeld bij de partizanen, het verzet. Voor Italiaanse Joodse families die zich de rassenwetten [ingevoerd in Italië in 1938, veel Joden verloren hun baan en hun bezittingen] nog herinneren, zou een nauwe band met een post-fascist taboe zijn, maar niet voor Walker Meghnagi. De voorzitter van de Joodse gemeenschap in Milaan is een intieme vriend van Ignazio La Russa.”
Deze post-fascistische politicus van Fratelli d’Italia, de grootste Italiaanse regeringspartij, is Senaatsvoorzitter. Hij pochte ooit in een reportage met zijn verzameling borstbeeldjes van Benito Mussolini.
Voelt u zich daarom zelf niet beschermd door de steun van deze regering?
„Het zaad van racisme, etnocentrisme en xenofobie is niet verdwenen uit Fratelli d’Italia. De woordenschat die nu tegen Arabische, Afrikaanse en latino-migranten wordt gebruikt, lijkt sterk op de antisemitische campagne van de vorige eeuw.
„Wat rechts en extreemrechts bewonderen aan Israël, is een land dat zich brutaal gedraagt, en zichzelf opwerpt als het laatste baken van de westerse cultuur die de islam bestrijdt. Een land dat een samenlevingsmodel verdedigt waarin minderheden zich te schikken hebben naar de wil van de meerderheid, en dat exclusief wordt gevormd rondom het Joodse volk. Er is bewondering voor de lelijkste kant.
„Maar zodra Israël voor dit soort politieke leiders een probleem wordt, laten ze Israël weer even snel vallen en grijpen ze terug naar de antisemitische clichés: Joden zijn gewelddadig en wraaklustig, en die wreedheid komt uit het Oude Testament. Dit zijn de minst gewenste vrienden voor de Joodse wereld. Onderbouwde kritiek helpt Israël veel meer vooruit dan kritiekloze steun van deze zogenaamde vrienden.”
‘Remigratie’
Lerner ziet veel overeenstemming tussen extreemrechtse Israëlische ministers als Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir, en radicaal-rechtse politici zoals Matteo Salvini van de regeringspartij Lega, maar ook Geert Wilders. Onlangs hielden extreemrechtse Europese jongeren, ook uit Nederland, een bijeenkomst in Gallarate, nabij Milaan, om het over ‘remigratie’ – het idee om migranten massaal weg te sturen – te hebben. Verschillende Lega-politici namen deel.
Maar ook PVV-leider Wilders zei na de Maccabi-rellen dat daders met de dubbele nationaliteit hun Nederlands paspoort moesten verliezen. „Ik schrok van die uitspraak”, zegt Lerner. „Ga je die jongens, die ook Nederlandse burgers zijn, dan uitzetten? Dat idee van ‘remigratie’ slaat wel op een deel van je eigen samenleving.”
Die welwillende Europese houding jegens Israël heeft niet alleen te maken met wroeging over de Holocaust?
„Het zit inderdaad dieper. Rechtse politici vonden het lang best om Netanyahu het vuile werk te laten doen. Want wie weet zwakt hij wel het moslimextremisme af en versterkt hij de controle op de regio, ten nadele van de macht van onder meer Hezbollah, het Syrische regime of Iran. Ook Donald Trump zat op die lijn.
„Het ongenoegen ontstond pas toen Netanyahu het staakt-het-vuren doorbrak, tegen Trumps wil. Daarom neemt ook de regering-Meloni nu een kritischer houding aan, al blijft het erg voorzichtig. Zo stemde Italië tegen een EU-onderzoek dat moet bepalen of Israël zich nog wel houdt aan de mensenrechten en democratische principes, waarop het Associatieverdrag EU-Israël is gebaseerd.”
U bent erg kritisch over Israël, maar weigert van een genocide te spreken. Waarom?
„Ik heb mijn kritiek op Israël snel uitgesproken. Al vormen we een minderheid, heel wat Joodse vrienden dachten er net zo over als ik, maar zwegen. Vanwege de schok die 7 oktober was én de angst om als verraders te worden weggezet.”
Sommigen willen heel graag horen dat wij, Joden, net zoals onze nazistische beulen zijn geworden
De ruk naar rechts in de Italiaanse Joodse gemeenschap heeft niet alleen met de vrij recente immigratie van Arabische Joden te maken, legt Lerner uit. Ondanks de sterke antifascistische traditie die de Italiaanse Joden aan de politieke linkerzijde bond, kwam het in 1982 tot een breuk. Dat jaar vond een Palestijnse terreuraanslag op de Grote Synagoge in Rome plaats. „De aanslag, waarbij een kind omkwam, gebeurde in een klimaat van linkse betogingen vol vijandigheid jegens Israël, dat Libanon was binnengevallen.” Veel Italiaanse Joden voelden zich in de steek gelaten. Voor de keuze gesteld tussen links in Italië en Israël, zouden zij Israël kiezen, zegt Lerner. En dat gevoel leeft vandaag nog door.
„Publieke figuren in Italië als senator Liliana Segre en schrijfster Edith Bruck, allebei Holocaustoverlevers, zijn onder enorme druk gezet om Israël scherp te veroordelen en dit een genocide te noemen. Stel je even voor wat dat doet met twee vrouwen die Auschwitz hebben overleefd. Ik voel ook die druk. Vrijwel de hele familie van mijn vader ligt in de massagraven van Oekraïne. Ik weet wat zo’n loodzware erfenis met een familie doet; mijn grootmoeder werd haast gek nadat ze iedereen had verloren. Segre en Bruck hébben hun ontzetting over Netanyahu’s acties publiekelijk uitgesproken – omdat Israël onverdedigbaar ís – maar zonder het genocide te noemen. Ik sluit me bij hen aan.”
Maar niet van een genocide spreken, omdat het Joodse volk hetzelfde is overkomen, is toch geen rationeel argument? Ook het internationaal gerechtshof onderzoekt of Israël in Gaza genocide pleegt.
„En dat proces respecteer ik. Maar in het publieke debat gebruik ik het woord niet, omdat het verdeelt en ook niet voor andere situaties wordt gebruikt. Sommigen willen dolgraag horen dat wij Joden net zoals onze nazistische beulen zijn geworden.”
Misschien omdat daar een kern van waarheid in schuilt?
Geëmotioneerd: „Misschien wel, ja. Primo Levi [Italiaanse Joodse schrijver en Holocaustoverlever], met wie ik een sterke band had, schreef dat de meeste Duitsers het niet wisten, omdat ze niet wilden weten, of sterker, omdat ze wilden niet weten. Hij waarschuwde herhaaldelijk dat dit opnieuw kon gebeuren – en dat wij, of onze kinderen het zouden kunnen doen.
„Maar in dit genocidedebat stel ik mij pragmatisch op: helpt het ons vooruit door tegen de Joden te zeggen: jullie doen nu precies hetzelfde?”
Wat helpt ons dan wel vooruit?
„Het lijkt mij nuttiger dat een bekende Jood als ik tracht het immobilisme in mijn gemeenschap te doorbreken. Onlangs hebben we in Milaan de Oscar-winnende documentaire No Other Land, over Israëls bezetting van de Westelijke Jordaanoever getoond, met een nabespreking met sprekers uit beide gemeenschappen. Van beide kanten kwamen verwijten van verraad.
„Natuurlijk is de ruimte voor wederzijds begrip en samenwerking sterk gekrompen. Maar sinds kort demonstreren vrouwen in Tel Aviv met foto’s van dode kinderen uit Gaza. En in Gaza wordt tegen Hamas betoogd. Die mensen zijn onze broeders. Intussen moeten wij hier in Europa de dissidente stemmen aan weerszijden stimuleren. Dat is makkelijker dan daar, waar je door met de andere kant te praten je leven riskeert.”
Italië is in de ban van een spionageschandaal dat steeds grotere proporties aanneemt. Het gerenommeerde Canadese onderzoeksinstituut Citizen Lab maakte op 12 juni bekend bewijs te hebben gevonden dat twee journalisten het doelwit zijn geworden van spyware van het Israëlische bedrijf Paragon Solutions. Citizen Lab, verbonden aan de universiteit van Toronto, concentreert zich op het raakvlak tussen ict, mensenrechten en globale veiligheid.
Een van de twee is de Italiaanse onderzoeksjournalist Ciro Pellegrino, die in Napels voor Fanpage werkt, een Italiaanse onlinekrant die geregeld onthullende reportages brengt over de radicaal-rechtse regering van Giorgia Meloni. Van de andere journalist is alleen bekend dat die ‘uit Europa’ komt, omdat hij/zij anoniem wil blijven.
De gebruikte spyware, waarvan digitale sporen zijn teruggevonden op de mobiele telefoons van de twee journalisten, betreft Graphite, militaire surveillancetechnologie die zelfs geëncrypteerde smartphones kan infecteren en toegang tot berichten en chats kan krijgen, zonder dat de gebruiker zich ervan bewust is.
Volgens Paragon Solutions verkoopt het bedrijf zijn spyware alleen aan overheden van democratische landen, die het mogen inzetten om misdaad te bestrijden, maar niet tegen journalisten of de burgermaatschappij. De Italiaanse overheid was een cliënt van het Israëlische bedrijf, maar in februari meldde de Britse krant The Guardian als eerste dat Paragon het contract met de Italiaanse overheid beëindigde wegens een schending van de voorwaarden. Italië zou dat later ontkennen, en beweerde dat het zelf de overeenkomst verbrak na de mediaheisa rond het hele spionageschandaal in Italië.
Migratiebeleid
Ciro Pellegrino, die op 29 april via een notificatie van Apple op de hoogte werd gebracht, is niet de eerste journalist bij Fanpage die met de spionagesoftware Graphite in aanraking kwam. Op 31 januari ontving Francesco Cancellato, de hoofdredacteur van dezelfde Italiaanse onlinekrant, een bericht van WhatsApp dat ook zijn mobiele telefoon het doelwit was van Graphite-spyware. De onderzoekers bij Citizen Lab onderzochten ook zijn telefoon, maar konden geen digitaal spoor meer terugvinden. In hun rapport stellen de onderzoekers dat dit niet betekent dat Cancellato’s telefoon niet succesvol werd gehackt, omdat de logs waaruit dit kan blijken mogelijk al zijn overschreven.
Doordat wél bewijs gevonden is op de telefoon van Ciro Pellegrino, Cancellato’s directe collega, kan er volgens de onderzoekers van Citizen Lab van een ‘cluster tegen Fanpage’ worden gesproken. „Kortom, ook ik was een doelwit”, reageert Francesco Cancellato, de hoofdredacteur van Fanpage, tegenover NRC. Met de derde, anonieme Europese journalist (die ook een Italiaan zou kunnen zijn) is er overigens ook een verband. De onderzoekers konden vaststellen dat hij of zij door dezelfde Paragon-gebruiker bespioneerd werd als Ciro Pellegrino.
De spyware Graphite mag alleen worden ingezet voor misdaadpreventie- en bestrijding, maar niet tegen journalisten of de burgermaatschappij
Alleen, wie voerde de spionage uit en wie gaf daartoe de opdracht? En aangezien overheden met Paragon werken, staat hierdoor dan vast dat de regering-Meloni kritische journalisten laat bespioneren? „Nee, zonder bewijs kunnen we dat niet beweren”, zegt Cancellato. „Maar de parlementaire commissie die toezicht houdt op de Italiaanse inlichtingendiensten erkende op 5 juni wel dat de Italiaanse overheid deze spionagesoftware gebruikte tegen twee medewerkers van de ngo Mediterranea, die vluchtelingen helpt. De commissie vond echter geen bewijs van pogingen om ook mijn telefoon te infecteren.”
Dat leden van de ngo Mediterranea met spyware werden onderzocht, kwam volgens het onderzoek van de parlementaire commissie niet omdat zij mensenrechtenactivisten zijn, wel wegens hun „activiteiten, mogelijk gelieerd aan irreguliere immigratie”. Mediterranea is zeer kritisch over het uiterst strenge migratiebeleid van de regering-Meloni.
Israëlische link
De onlinekrant Fanpage bleek voor de radicaal-rechtse Italiaanse regering al een luis in de pels. Vorig jaar legde Fanpage met een undercoverreportage het racisme en antisemitisme bloot in de rangen van Gioventù Nazionale, de jeugdafdeling van Meloni’s regeringspartij Fratelli d’Italia. Hoewel hij zonder bewijs niet kan beweren dat de Italiaanse overheid hem wilde bespioneren, valt het hoofdredacteur Cancellato wel op dat er „vanuit de regering geen enkele solidariteit met ons is. Je zou verwachten dat een democratische overheid er alles aan doet om te achterhalen wat hier precies is gebeurd. Maar we kregen niet eens een telefoontje”.
In dit verband schreef de Israëlische links-liberale krant Haaretz op 9 juni dat Paragon de Italiaanse overheid had aangeboden samen te werken aan een onderzoek naar wat Cancellato overkwam, maar Italië schermde met de nationale veiligheid en sloeg het aanbod af.
Niet voor het eerst wordt in Europa spionagesoftware tegen journalisten en critici van regeringen ingezet, en vaak is er een Israëlische link. Zo kwam de Griekse premier Kyriakos Mitsotakis in 2022 in problemen door zijn vermoede betrokkenheid bij het afluisteren van politici, journalisten en zakenlui, met Predator. Die spionagesoftware wordt gemaakt door het bedrijf Intellexa, opgericht door een Israëlische inlichtingenveteraan. En in 2021 onthulde een internationaal journalistiek onderzoek dat de Israëlische spyware Pegasus in tal van landen tegen journalisten en mensenrechtenactivisten was ingezet.
De Internationale en Europese Federatie voor Journalisten roepen het Europees Parlement, dat maandag debatteerde over de Paragon-spionagezaak, op om een onderzoekscommissie in te stellen en erop toe te zien dat de Europese Media Freedom Act strikt wordt nageleefd. Die Europese wetgeving verbiedt het gebruik van spyware tegen journalisten in de EU, tenzij in zeer specifieke gevallen.
Er stonden hier zeker veertig huizen. Boer Tilak Bahadur Gautam (63) wijst vanaf zijn eigen boerderijtje naar de overkant van het zandpad. Achter een hoog hek liggen hectares omgewoelde aarde en staan Engelstalige informatieborden met waarschuwingen voor de risico’s van een bouwterrein. „De huizen zijn neergehaald, iedereen kreeg geld voor hun land”, weet buurman Krishna. Op het bouwterrein werd gewerkt aan een onderstation, onderdeel van een groot plan om Nepals nationale stroomnetwerk drastisch uit te breiden. Er moet 300 kilometer aan hoogspanningslijnen bij en onderstations, ook om aan te sluiten op netwerken over de grens.
Het moet een betrouwbaardere stroomvoorziening opleveren, een belangrijke ontwikkeling voor Nepal. Het land in de Himalaya wekt bijna alle eigen elektriciteit op met waterkracht, maar is daarmee gevoelig voor seizoensgebonden schommelingen in de elektriciteitsvoorziening. In het droogteseizoen moet het land elektriciteit importeren; in het regenseizoen wordt er zoveel opgewekt dat het overtollige elektriciteit zou kunnen verkopen aan buurlanden.
Nepal is op pijnlijke wijze herinnerd aan de eigen kwetsbaarheid
De verbetering van het elektriciteitsnet met meer opwekkingsstations, verbindingen en opslag kan Nepal niet zelf bekostigen. Het plan kwam er dankzij de financiële steun van de Millennium Challenge Corporation (MCC), een klein Amerikaans federaal bureau voor ontwikkelingshulp. Dat zegde hiervoor al in 2017 ruim 500 miljoen dollar (440 miljoen euro) van de Amerikaanse overheid toe.
„Anderhalf jaar lang kwamen hier landmeters en ingenieurs langs voor het project.” Gautam hoopt dat omwonenden direct zouden profiteren van die verbeterde stroomvoorziening.
Hevige discussies
Maar de cruciale steun is weggevallen. De MCC kwam eind april in het vizier van DOGE, het Departement van Overheidsefficiëntie (DOGE) onder leiding van Elon Musk. Amerikaanse media meldden dat het agentschap „ontmanteld wordt”. „Buitenlandse hulp is geen prioriteit voor de huidige regering en daarom moet het werk van de MCC worden afgebouwd”, citeerde Reuters uit een interne e-mailvan de directeur.
Zo is Nepal op pijnlijke wijze herinnerd aan de eigen kwetsbaarheid. Buitenlandse geldschieters zijn wispelturig als nieuwe regeringen aan de macht komen. Hoe het verder moet met het elektriciteitsnetwerk, is nu onzeker.
„Als je het MCC-project puur als een vorm van ontwikkelingshulp ziet, dan is overduidelijk: hieraan heeft Nepal behoefte. Het transmissie-project komt met nationale middelen waarschijnlijk niet rond”, aldus journalist en analist Sudheer Sharma.
Maar al vóórdat het Amerikaanse geld werd teruggetrokken was de aanpak van het elektriciteitsnet met buitenlandse hulp aanleiding voor hevige discussies in Nepal. Vanaf het begin werd de samenwerking met het Amerikaanse fonds volgens Sharma ook gezien als „een uiting van de rivaliteit tussen de VS en China”.
Chinese ‘connectie’
De stroomopwekking is niet alleen voor Nepal zelf interessant. Het land ligt ingeklemd tussen India en China. Zij beconcurreren elkaar in de regio om invloed en hulpbronnen. Nepal zou goed kunnen verdienen aan de verkoop van stroom aan die groeiende economieën. En dan mengen de Verenigde Staten, die hoe dan ook China willen tegenwerken en vaak India een steuntje in de rug geven, zich ook nog in dit geopolitieke krachtenveld. Het MCC-plan voorzag nadrukkelijk in mogelijkheden voor internationale verkoop – maar alleen aan India.
De dam van een Nepalese waterkrachtcentrale die is gefinancierd en wordt beheerd door een Chinees bedrijf. – Foto HARI MAHARJAN/XINHUA
Nepals ontwikkeling kreeg een flinke knauw door de grote aardbeving van 2015, die miljoenen dollars aan schade aanrichtte. De twee grote buurlanden verleenden humanitaire hulp en bouwden aan projecten die je als ‘goodwill’ kunt beschouwen: India renoveerde honderden huizen, China stortte zich op de renovatie van verwoest cultureel erfgoed en bouwde gloednieuwe ziekenhuizen in afgelegen gebieden.
Maar Kathmandu verslikte zich ook in het aannemen van internationale projecten. Met geld geleend van een Chinese bank werd bij de stad Pokhara door Chinese bedrijven een nieuwe internationale luchthaven uit de grond gestampt. Anders dan het elektriciteitsnetwerk, kwam het vliegveld wél af, in 2023.
Lees ook
Tien jaar na de aardbeving in Nepal staat een nieuw gebouwd dorp zo goed als leeg
Maar sindsdien trekt het amper reizigers. De aantallen zijn zo laag dat Nepal nu tegen een schuld van 200 miljoen dollar aankijkt. Indiase luchtvaartmaatschappijen – en toeristen die India graag zou binnenhalen – blijven weg van het Pokhara International Airport vanwege die Chinese ‘connectie’. Nu bouwt zowel India als China mee aan treinverbindingen in het land – maar alleen aan losse stukken die de eigen verbinding en economische activiteiten goed uitkomen.
Onbetrouwbare partner
Al het geopolitieke gehakketak zit Nepal in de weg, ziet analist Sharma. „Nepal neemt van veel landen geld aan. En we moeten beseffen dat elk project een tweede agenda kan hebben, buiten Nepal om. Maar ontwikkeling moet onze eigen voornaamste zorg zijn.” En daarvoor durfden Nepalese politici te weinig te kiezen, concludeerde Sharma zelf in de boeken die hij schreef over Nepals relatie met India en China. In gesprekken die hij daarvoor voerde met oud-bewindslieden viel hem op dat de Nepalese regeringen vaak moeite hadden een duidelijke positie in te nemen tegenover de wereldspelers.
Als we steeds neutraal blijven, gebruiken de andere landen Nepal om elkaar te beconcurreren
„In de jaren vijftig en zestig was Nepal een ‘ongebonden’ land en wilde het niet kiezen voor één van de machtsblokken. Maar als we steeds neutraal blijven, gebruiken de andere landen Nepal om elkaar te beconcurreren. Kathmandu moet de nationale belangen helder krijgen, zodat het beleid kan uitstippelen over hoe met de internationale druk om te gaan.” Niet alleen loeren de drie machten VS, China en India via Nepal naar elkaar – ook Kathmandu zelf leek in de afgelopen jaren te veel bezig met die driestrijd, stelt de analist. „We hebben de relaties met andere landen, zoals de EU, laten liggen. Terwijl we met die landen misschien veel meer op basis van gelijkwaardigheid kunnen samenwerken en ook nog uit de geopolitieke klem kunnen komen.”
Zou zo’n draai richting andere partners helpen om Nepals stroomvoorziening te verbeteren? Sharma houdt voorzichtig rekening met de mogelijkheid dat Amerikaanse steun toch nog rondkomt. Amerikaanse beleidsexperts hebben kritiek op de ontmanteling van de MCC, omdat dat wereldwijd ruimte zou scheppen voor Chinese initiatieven en invloed. Door het plotseling wegvallen van de MCC-fondsen zou Beijing de VS nu als een onbetrouwbare partner kunnen afschilderen.
„Het is duidelijk dat president Donald Trump niets heeft met ontwikkelingshulp”, weet Sharma ook. „Maar als Washington Nepal zou beoordelen op de strategische positie die het kan hebben ten opzichte van China, geeft dat ons een nieuwe rol. Nepal zou van die insteek kunnen profiteren. We moeten nu ónze behoeftes aanbieden als win-winprojecten voor die grote machtsspelers.”